Skip to content

Onderzoek Master Kunsteducatie

De kracht van de ervaring, in dialoog met kunst: Een onderzoek naar betekenisvolle kunsteducatie

‘Ik kijk nooit meer vluchtig naar een vorm van kunst. Ik zal kritischer een Museum binnenstappen en werken uitzoeken waar ik met aandacht, tijd en ruimte naar zal kijken en gaan ervaren wat het mij doet en welke betekenis ik eraan kan en wil geven. Het heeft me uitgedaagd het kunstwerk te vertalen naar wie ik ben, waarom het kunstwerk een vorm is van wie ik ben en waarom het kunstwerk me raakt of heeft geraakt en wat het zegt over mij.’

Deelnemer Art Based Learning persoonlijke communicatie, 24 oktober 2019

 

In juni heb ik mijn Master Kunsteducatie aan de Fontys Hogescholen voor de Kunsten in Tilburg afgerond. Graag deel ik via deze blog de samenvatting van het onderzoek. Het hele onderzoek is onder aan deze blog te downloaden.


Inleiding
In hoeverre kan een Art Based Learning ervaring bijdragen aan het betekenisvol maken van het begrip kunst voor schoolleiders in het primair onderwijs binnen de Cultuureducatie met Kwaliteit-regeling? Dit is de onderzoeksvraag waar ik mij de afgelopen periode mee bezig heb gehouden.

De theoretische onderbouwing van dit onderzoek gaat in op:

  • Wat is kunsteducatie?
  • Wat is het belang van kunsteducatie in het primair onderwijs?
  • Welke rol speelt de schoolleider hierin?
  • Kan de intrinsieke motivatie voor kunst worden beïnvloed door Art Based Learning?

Duiden van kunst
Kunsteducatie is een breed begrip. De gedachte van De Botton en Armstrong (2014) dat kunst een gereedschap is, ligt in de lijn van mijn visie op kunsteducatie. Een gereedschap vergroot immers de vaardigheden op lichamelijk, geestelijk en sociaal vlak. Het onderwijs is sterk cognitief gericht en uit balans. Het zelf ervaren van kunsteducatie op actieve, reflectieve en receptieve wijze kan bijdragen aan een holistisch evenwicht (Biesta, 2015).

Kunsteducatie speelt in op diversiteit en is van wezenlijk belang voor de ontwikkeling en de creativiteit van een kind (SLO, z.d.-b). Creativiteitsontwikkeling is belangrijk omdat het, het denken stimuleert, het aanzet tot het bedenken van nieuwe ideeën en het ruimte geeft te verbeelden en te conceptualiseren. Tot slot doet creativiteitsontwikkeling een beroep op het analyserend vermogen.

Creativiteitsontwikkeling zorgt ervoor dat een leerling nieuwe vaardigheden en competenties ontwikkelt en zijn eigen leerproces kan vormgeven. Veel onderzoeken geven aan dat kunsteducatie een bijdrage levert aan een evenwichtige ontwikkeling binnen cognitieve vaardigheden, sociale vaardigheden en creërende vaardigheden (Biesta, 2015); (Potters, Hulshof-Greving, & Scheepers, 2016); (Schnabel, 2016).

Waarom al beginnen met kunsteducatie binnen het primair onderwijs?
Het primair onderwijs is het eerste instituut dat kinderen onderwerpt aan onderwijs. Hier begint de basis voor deelname aan onze maatschappij. Dit schreef de Amerikaanse filosoof, psycholoog en pedagoog John Dewey al aan het begin van de 20e eeuw (Berding, 2007). Kinderen zijn lerende wezens en zijn ontvankelijk voor wat hun omgeving te bieden heeft. De diversiteit onder kinderen is groot, ieder kind leert anders. Kunsteducatie geeft ruimte voor persoonsontwikkeling; het in de wereld staan (Biesta, 2015).

Landelijk beleid voor kunsteducatie in het onderwijs
In januari 2021 start de derde periode van de vierjarige landelijke regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Uit tussentijdse evaluaties die de minister van Onderwijs liet uitvoeren (Beerten, Beckmann, Berendse, Meijer, & Van Velsen, 2015) blijkt dat cultuuronderwijs een integraal onderdeel zou moeten zijn van het curriculum, maar dat dit nog niet altijd het geval is. Om cultuuronderwijs een structurele plaats te geven in het curriculum van de scholen zijn directies uiteindelijk zelf aan zet.

De rol van de schoolleider
De schoolleider stelt samen met met zijn/haar team de visie van de school vast. Onderwijsvisie en onderwijspraktijk dienen op elkaar aan te sluiten. Uit onderzoek (Potters et al., 2016) blijkt dat een gedragen visie op waartoe het onderwijs dient in relatie tot kunsteducatie van belang is voor verduurzaming van kunsteducatie binnen het onderwijsprogramma. Beerten et al. (2015) concluderen dat de inzet van cultuureducatie sterk afhankelijk is van de mate van betrokkenheid van de schoolleider of interne cultuurcoördinator.

Is het mogelijk om de betrokkenheid voor kunst te vergroten?
De hoofdvraag van dit onderzoek gaat over óf de intrinsieke motivatie voor kunst bij de schoolleider kan worden beïnvloed. Vanuit de zelfdeterminatietheorie van Ryan & Deci (van den Broeck, Vansteenkiste, de Witte, Lens, & Andriessen, 2009) gezien zou het theoretisch mogelijk kunnen zijn om de motivatie positief te beïnvloeden door Art Based Learning (Lutters, 2015). Omdat de link tussen deze twee is terug te voeren op het existentiële karakter dat beide in zich hebben om betekenisvol te zijn.

Om een persoonlijke verandering te laten plaatsvinden is volgens Bommerez & Van Zijtveld (2001) een ervaring nodig die van binnenuit komt door het zien – voelen –  doen. Een voorwaarde is dat mensen zich kwetsbaar durven open te stellen en vertrouwen hebben. Bij Art Based Learning zijn dit belangrijke aspecten in de facilitering. Tenslotte hebben Wierdsma & Swieringa (2011) onderzocht dat professionals in het werkveld van nature willen werken vanuit hun intrinsieke toewijding om vakmanschap en kwaliteit te leveren. Daarbij is zelfsturing, autonomie en verantwoordelijkheid belangrijk, in dit geval voor veranderende organisaties.

Motivatietheorie
Nu gaat dit onderzoek niet over een veranderende organisatie maar wel over autonomie van het individu met betrekking tot de waarde voor kunsteducatie.

Volgens de Zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci die de mate van motivatie hebben onderzocht, zijn autonomie, betrokkenheid en competentie elementen die nodig zijn om een hoge mate van intrinsieke motivatie te bereiken. Voor Ryan en Deci, de makers van de Zelfdeterminatietheorie, is iets pas betekenisvol wanneer je je verbonden voelt vanuit een intrinsieke motivatie. Voor het bereiken van een intrinsieke motivatie is niet alleen verbondenheid van belang, maar ook de mate van autonomie. Autonomie is de ruimte en vrijheid die je krijgt om zelfstandig te kunnen handelen vanuit een interesse of een nieuwsgierigheid. Niet het handelen dat is opgelegd van buitenaf of van jezelf. Naast betrokkenheid en autonomie is voor het verhogen van de intrinsieke motivatie ook belangrijk dat competenties worden ontwikkeld (Van den Broeck, Vansteenkiste, De Witte, Lens, & Andriessen, 2009). Wanneer je intrinsiek betrokken voelt ben je nieuwsgierig en kun je niet stoppen met hetgeen je bezig bent, je gaat met passie op onderzoek uit. Voor mij als kunsteducator ligt hier mijn nieuwsgierigheid om kunst voor een ander betekenisvol te laten zijn, maar kunst ook in een breder perspectief te zetten.

Wanneer iemand  intrinsiek gemotiveerd is, gaat deze vol overgave in op de activiteit. Huidige vaardigheden worden verkend waardoor iemand in een flow raakt (Sheldon, 2009).

Intrinsieke motivatie is kwetsbaar als deze ondermijnd wordt. Ondermijning kan gebeuren door beloning, tijdsdruk of ongegronde regels en dat maakt dat een activiteit minder interessant wordt. De manier waarop iets gebeurd en het hoe lijkt van belang te zijn voor het verhogen van de intrinsieke motivatie (Pligt van der & Vliek, 2018).

Verhouding intrinsieke motivatie en Art Based Learning
Persoonlijke ontwikkeling, creativiteit en verbeelding zijn de doelen van Art Based Learning die maken dat het leren van kunst in plaats van over kunst een persoonlijke diepgang krijgen. Hoogleraar dr. Jeroen Lutters (2013) heeft de methode Art Based Learning ontwikkeld waarbij hij kunst als kennisbron centraal zet. Het gaat hier om een dialogische kunstbeoefening in vier stappen die uitgaat van een persoonlijk onderzoek door kunst. Lutters heeft zich bij het ontwikkelen van Art Based Learning laten inspireren door onder andere Mieke Bal (vrije intellectuele kunstbenadering) en Christhopher Bollas (psycho analyse). Kenmerkend voor deze methode is de persoonlijke in- en output maar ook het dialoog aangaan met een kunstwerk en het delen van de persoonlijke en artistieke reis met anderen. Of zoals Lutters dat zelf aangeeft: kunstproductie als onderzoeksmethode (Lutters, 2019, pag. 32).

Bij de methode Art Based Learning staat het autonome karakter van de deelnemer centraal waarbij er ruimte is voor het ontdekken van een nieuwe werkelijkheid. Art Based Learning gaat niet over de representatie van de kunst, maar laat je interpreteren en zelf creëren door kunst. Biesta (2015) noemt dit ook de emancipatie van de lerende in zijn boek Het prachtige risico van onderwijs. De kunst wordt niet uitgelegd of toegelicht, maar de kunst wordt door een innerlijk proces ontdekt. Het op deze manier ervaren van de kunst is een belangrijk onderdeel voor nieuwe persoonlijke en/of maatschappelijke inzichten. Volgens Lutters is creativiteit het vormgeven van je eigen vrijheid waarin je je ongeloof opzij mag zetten. Het is een proces binnen een avontuur waarin je ook moet durven de vrijheid te nemen. Creativiteitsontwikkeling stimuleert het denken. Het zet aan tot het bedenken van nieuwe ideeën en het geeft ruimte te verbeelden en te conceptualiseren. De methode Art Based Learning daagt je tijdens het proces continu uit de verbeelding de vrije loop te laten gaan om tot een diepere onderlaag te komen waar ook de innerlijke motivatie zit. Lutters noemt het werken vanuit de verbeelding: ‘the possible world. De functie van verbeelding is van groot belang voor onze ontwikkeling. Harari & Pieters (2015) beschrijven in Sapiens: een kleine geschiedenis van de mensheid mooi hoe de mens zich in miljoenen jaren zich heeft ontwikkeld om te kunnen verbeelden. Zelfs zover dat we ons zaken kunnen verbeelden die er biologisch gezien niet zijn. Binnen het (primair) onderwijs zegt Lutters is kunst nog te veel op fantasieloze basisbeginselen gericht (2015). Art Based Learning voorziet in een creatief artistieke vorm van denken, de kunst is daarbij de kennisbron.

Veldonderzoek
Als medium gaat dit onderzoek uit van de beeldende kunst binnen een museale context, waarbij de museale context per definitie een bepaalde kwaliteit heeft. Bamford heeft in 2007 (blz. 164) onderzocht dat niet alle kunsteducatie bijdraagt aan het gewenste effect. Bij slechte educatie kan het zelfs nadelig uitpakken. Haar conclusie is dat kunsteducatie, mits van goede kwaliteit, ervoor zorgt dat een kind zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen en exploreren. Dit onderzoek gaat er van uit dat de kwaliteitsvoorwaarde ook geldt voor volwassenen.

In totaal hebben in de periode juli 2019 tot en met januari 2020 negen Art Based Learning sessies plaatsgevonden en begeleid door de onderzoeker. Aan deze sessies hebben in totaal zevenenzeventig deelnemers in de leeftijd van 21 tot 66 jaar meegedaan. Vijf deelnemers hiervan behoren tot de focusgroep voor het onderzoek: de schoolleiders. De meeste deelnemers van de focusgroep zijn bekende van de onderzoeker. Dit is gerelateerd aan werk van de onderzoeker (cultuurcoach bij Plaza Cultura), privé of via de opleiding (Master Kunsteducatie). Een groot deel van de deelnemers is actief betrokken in de kunstwereld zowel werk gerelateerd (educatoren, curatoren, onderwijs) als vanuit interesse en persoonlijke motivatie. Een ander deel (18 personen) bezoekt zelden een museum of is er nog nooit geweest en geeft aan niets met kunst te hebben. Deze laatste groep is werkzaam in de zorg/welzijn, landbouw of financiële sector.

Concluderend
Kunstbeschouwen kan op velerlei manieren echter de onderzoeker heeft gekozen voor methode Art Based Learning omdat startend vanuit een persoonlijke betekenisvolle vraag het kunstbeschouwen bijzonder maakt. Theoretisch gezien zou Art Based Learning een geschikte methode kunnen zijn om de motivatie voor kunst bij deelnemers te verhogen omdat het existentiële karakter ook belangrijk is bij de Zelfdeterminatietheorie.

Uit het veldonderzoek kan de conclusie getrokken worden dat Art Based Learning een positieve invloed heeft op de motivatie van kunst omdat een groot deel van de respondenten aangeeft een antwoord of inzicht heeft gekregen op zijn/haar persoonlijke vraag, wat ze nog niet eerder hebben ervaren bij kunst waardoor de nieuwsgierigheid naar kunst is toegenomen.


Het sterke is de langere tijd die je naar een kunstwerk kijkt. Als je op een punt staat om af te haken en dan toch nog blijft kijken, zie je uiteindelijk meer. Maar ook het achteraf bespreken met elkaar over je ervaring is sterk. De ander geeft je ook weer nieuwe inzichten’. 

Deelnemer Art Based Learning, persoonlijke communicatie, 14 oktober 2019


De praktijk wijst uit dat de motivatie voor kunst door Art Based Learning is toegenomen bij 69% van de 52 respondenten. 17% Geeft aan dat de motivatie hetzelfde is gebleven en 9% geeft aan dat de motivatie niet is toegenomen. Nu is het niet zo dat deze methode de enige heilige is ten opzichte van andere methodes.

De beste methode bestaat niet omdat altijd gekeken moet worden vanuit welke context een methode wordt toegepast. Wat het wel bijzonder maakt is de persoonlijke unieke startvraag van de deelnemers, die maakt dat Art Based Learning een toegevoegde waarde geeft om kunst te ervaren. Daarnaast denk ik dat de methode Art Based Learning potentie heeft om met andere doelgroepen op zoek te gaan naar antwoorden op betekenisvolle vragen.

Het gehele onderzoek inclusief literatuurlijst is hieronder te downloaden bij ‘Click Me’.