Professioneel schijt hebben aan(!)

Professioneel schijt hebben aan (!)

Laatst was ik bij het digitale congres van de PO-Raad met als thema Burgerschap. Door theatermaker Lucas de Man hoorde ik de samenstelling van de volgende woorden: professionele schijt. Geweldig Lucas, dank je wel!  Mijn verbeelding begon als een malle te ratelen. Het lijkt een tegenstelling en tegelijkertijd vullen ze elkaar fantastisch aan.

Lucas legde uit dat je best schijt mag hebben aan dingen. Niet zoals pubers dat hebben, maar als professionals. Zijn boodschap: volg als professional je intuïtie en heb professionele schijt aan dingen die niet goed voelen. Maak keuzes om het goede te doen voor jezelf én de ander.

Later die avond had ik een digitale filosofiecursus van The School of Life van Lammert Kamphuis. Hij behandelde deze avond de filosofen Socrates en Plato waarbij ons werd gevraagd om een woord op een filosofische manier als een begrip te analyseren. Ik ging voor twee woorden: professioneel schijt.

Het woord professioneel heeft wat mij betreft betrekking op een werksituatie. Want kun je bijvoorbeeld spreken over privé professioneel zijn? Kan een echtgenoot (niet die van mij natuurlijk) bijvoorbeeld zeggen: zeur niet zo aan mijn hoofd, stel je eens professioneel op? Volgens mij zou hij eerder zeggen: gedraag je eens volwassen . Vanuit filosofisch oogpunt was ik voor dit moment best tevreden over deze analyse.

Dan het woord schijt. Het woord schijt deed me meteen denken aan het afval dat door onze darmen wordt afgescheiden. Het is afval van ons lichaam, ballast die we graag zo snel mogelijk kwijtraken op het moment dat het zich aandient. Doorgaans lukt deze lichamelijke afscheiding goed. Moeilijker is het om het afscheiden op cognitief of gevoelsniveau te doen. Lammert gebruikte hiervoor het Griekse woord Autarkeia: trouw blijven aan jezelf. Hij gaf daarbij een voorbeeld van een verpleegkundige die palliatieve zorg verleende. Deze verpleegkundige heeft jarenlang aan haar patiënten gevraagd of ze ergens spijt van hadden in hun leven en zo ja wat ze dan anders zouden hebben willen doen. Uit de top vijf die ze hiervan heeft gemaakt staat op nummer één: dat mensen zich minder hadden willen aantrekken over hoe een ander over ze denkt en minder hadden willen handelen naar de verwachting van de ander. Dus vrij vertaald een beetje meer schijt hebben aan….

Terug naar de middag over Burgerschap, want er was nog een uitspraak die mij triggerde: het onderwijs zoals dat nu is georganiseerd is vooral programmagestuurd gehoorzaamheids-onderwijs. Claire Boonsta van Operation Education bracht deze in tijdens haar Keynote. Een filosofische analyse lijkt me hier niet nodig omdat de uitspraak wat mij betreft al voor zichzelf spreekt.

En dit alles op één dag! Burgerschap laat zich maar moeilijk in woorden vangen, daar gaan we in een dag niet uitkomen. Maar om een halt toe te roepen aan programmagestuurd gehoorzaamheids-onderwijs, gun ik het iedereen – inclusief mijzelf – om het lef te hebben professioneel schijt te hebben aan …..

Lang leve de vrijheid om intuïtief te handelen binnen de professionele én privé context.

 

Tekst geschreven door Dian Langenhuijzen

Illustratie gemaakt door Miesjel van Gerwen

Hoe krijgen we schoolleiders gemotiveerder voor cultuureducatie?

Hoe krijgen we schoolleiders gemotiveerder voor cultuureducatie?

Gepubliceerd in LKCA – Cultureel Kapitaal d.d. 11 november 2020 
 
Onbekend maakt onbemind. Als je schoolleiders in het primair onderwijs wilt motiveren voor cultuureducatie, moet je ze laten kennismaken met kunst en op een positieve manier kunst laten ervaren. Én daarover met ze in gesprek gaan. Dat dat werkt, ontdekte Dian Langenhuijzen.
 

Door Dian Langenhuijzen

Schoolleiders onderschrijven het belang van kunsteducatie, daarom hebben ze al twee keer meegedaan aan de vierjarige CMK-periode. Maar hoe komt het dan dat kunsteducatie zo snel onder druk komt te staan wanneer ‘andere prioriteiten’ zich aandienen? Ik was benieuwd hoe schoolleiders hun eigen rol hierbij zien. Waar komt hun motivatie voor kunsteducatie vandaan, en is het mogelijk die te vergroten?

Om daar achter te komen, interviewde ik zes schoolleiders. Vervolgens deed ik een groot praktijkonderzoek naar het effect van Art Based Learning, en tot slot voerde ik met de schoolleiders een diepgaand gesprek over de waarde van kunsteducatie en de rol van de schoolleiders hierin.

Tijdens de interviews met de schoolleiders ging ik op zoek naar de motivatie voor kunsteducatie en hoe zij hun rol hierbinnen zien. Daarbij vielen me een paar dingen op:

  • Scholen kunnen zelf kiezen hoe ze kunsteducatie invullen. Zij zijn daarin autonoom.
  • De uitvoering van kunsteducatie hangt sterk af van de hoogte van de financiering door de overheid.
  • Binnen de overkoepelende scholenstichting voeren schoolleiders niet of nauwelijks inhoudelijke gesprekken over kunsteducatie met collegaschoolleiders of met het schoolbestuur.
  • Bij kunsteducatie zien schoolleiders hun eigen rol vooral als het faciliteren en ondersteunen van de icc’er.

Meer betrokkenheid bij kunst

Toen kwam de vervolgstap: is het mogelijk om de betrokkenheid bij kunst bij schoolleiders te vergroten? Ik onderzocht het in de praktijk. Dat deed ik door middel van Art Based Learning (Lutters, 2013), omdat je met deze methode tot nieuwe persoonlijke inzichten kunt komen door kunst. Ook is de methode zeer toegankelijk; deelnemers hoeven geen voorkennis of affiniteit met kunst te hebben. Ik begeleidde in musea negen masterclasses Art Based Learning. De zevenenzeventig deelnemers, waarvan een deel van de groep ook de geïnterviewde schoolleiders waren, toonden na afloop meer betrokkenheid bij kunst, bleek uit de digitale evaluaties

Voor een deel was mijn vraag hiermee beantwoord. Maar ik wist nog niet wat schoolleiders nodig hebben om kunsteducatie voortaan meer prioriteit te geven op hun school. Daarom voerde ik na de masterclass een socratisch groepsgesprek met ze. Bij deze vorm bevraag je elkaar op persoonlijke waardes. Oordelen en meningen worden uitgesteld.

Welk effect hadden deze gesprekken op de schoolleiders? Na het interview, het praktijkonderzoek en de socratische gespreksvoering bleek het volgende:

  • De motivatie om op school aan kunsteducatie te doen, hangt nu vaak af van externe factoren. De continuïteit is meer gewaarborgd als de motivatie voortkomt uit persoonlijke verbondenheid.
  • De uitvoering van kunsteducatie op school hangt af van de kwaliteit van de icc’er maar ook van de tijd, ruimte en financiën die een icc’er ervoor heeft. Een schoolleider geeft aan: De continuïteit van kunsteducatie is hiermee kwetsbaar. De schoolleider zou het met het team moeten hebben over de pedagogische waarde van kunsteducatie.
  • Meer dan negentig procent van de negenenvijftig respondenten geeft na de masterclass aan dat zij kunst op een andere en betekenisvolle manier hebben ervaren. De methode laat hiermee zien dat zij effect heeft op de groei van de persoonlijke waardering voor kunst.
  • Een Art Based Learning-ervaring geeft schoolleiders inzicht in welke waarde kunst kan hebben voor kinderen. En welke waarde zij heeft voor de verbinding met jezelf. Schoolleiders vinden het waardevol om gezamenlijk naar kunst te kijken en om te praten over de rol en betekenis van kunsteducatie. Door zelf kunst te ervaren, zien zij de waarde van kunst beter. Het socratisch gesprek bracht een kanteling teweeg. Een van de schoolleiders zei: Mijn rol zet me nu aan het denken, ik heb nog wat werk te doen. Ook dit onderstreept dat het belangrijk is om met schoolleiders in gesprek te gaan over de waarde van kunsteducatie en de rol van de schoolleider daarin.
  • Het is belangrijk dit gesprek ook aan te gaan met collega’s van andere scholenstichtingen en/of gemeenten. Het is raadzaam daarvoor een lokaal of landelijk netwerk in te richten.

Laten we ernaar streven dat schoolleiders kunsteducatie belangrijker gaan vinden. Voor zichzelf en voor hun school!


Bronnen:

  • Lutters, J. (2013). University 21: Creativiteit als Noodzaak: Windesheimreeks kennis en onderzoek. Geraadpleegd van www.artez.nl.
  • Lutters, J. (2015). Sprekende objecten: Studies in art-based learning. Arnhem, Nederland: ArtEZ Press.